Fiscale lastenverlaging bij ploegenarbeid bij werken in onroerende staat - mtech+

Kies jouw groep en regio!

Ieder fonds een aanbod op maat.

Als je geen toestemming geeft, mogen we jouw keuze niet opslaan en kan je niet de meest relevante inhoud zien.

Ik werk voor PC219 'controleorganisme'

Kies

Fiscale lastenverlaging bij ploegenarbeid bij werken in onroerende staat

Door Federale overheid
voor werkgever
Subsidie
Door Federale overheid
voor werkgever

Wat is het

Werkgevers uit de bouw- en aanverwante sectoren moeten 18% van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing op de lonen van de tewerkgestelde werknemers in ploegverband op werven, niet doorstorten aan de fiscus.

Doelgroep

Werkgevers uit sectoren die ‘werken in onroerende staat’ verrichten (o.a. pc 111).

Voorwaarden

Voor welke werkgevers?

Het moet gaan om ondernemingen waarvan de werknemers werken in onroerende staat verrichten en waar ploegenarbeid wordt verricht die voldoet aan een bijzondere definitie. Bovendien moeten de werkgevers een ploegenpremie betalen of toekennen. Een bruto-uurloon van minstens 13,75 euro (inkomstenjaar 2019) wordt gelijkgesteld met een ploegenpremie.

 

Ploegenarbeid

In het kader van deze specifieke maatregel zijn ‘ondernemingen waar ploegenarbeid wordt verricht’, ondernemingen waar:

  • het werk wordt verricht in één of meerdere ploegen;
  • de ploegen minstens twee personen omvatten;
  • de ploegen hetzelfde of complementair werk doen zowel qua inhoud als qua omvang;
  • de ploegen het werk verrichten op locatie, d.w.z. op de werf;
  • de ploegen werk in onroerende staat verrichten zoals hieronder uitgelegd.

 

Ondernemingen die erkend zijn voor uitzendarbeid en die uitzendkrachten ter beschikking stellen van bovenstaande ondernemingen, worden voor de toepassing van deze maatregel gelijkgesteld met ‘ondernemingen waar ploegenarbeid wordt verricht’.

 

Werken in onroerende staat

Het moet gaan om werken zoals bedoeld in artikel 20, § 2 van het KB nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde.

In hoofdzaak gaat het over alle werken die betrekking hebben op het bouwen, het verbouwen, het afwerken, het inrichten, het herstellen, het onderhouden, het reinigen en het afbreken, geheel of ten dele, van een uit zijn aard onroerend goed, en de handeling die erin bestaat een roerend goed te leveren en het op zodanige wijze aan te brengen aan een onroerend goed dat het onroerend uit zijn aard wordt.

 

Volgende handelingen worden ook beoogd.

1. Iedere handeling die tot voorwerp heeft zowel de levering als de aanhechting aan een gebouw:

  • van de bestanddelen of een gedeelte van de bestanddelen van een installatie voor centrale verwarming of airconditioning, daaronder begrepen de branders, de reservoirs en de regel – en controletoestellen verbonden aan de ketels of aan de radiatoren;
  • van de bestanddelen of een gedeelte van een sanitaire installatie van een gebouw en, meer algemeen, van alle vaste toestellen voor sanitair of hygiënisch gebruik aangesloten op een waterleiding of een riool;
  • van de bestanddelen of een gedeelte van de bestanddelen van een elektrische installatie van een gebouw, met uitzondering van toestellen voor de verlichting en van lampen ;
  • van de bestanddelen of een gedeelte van de bestanddelen van een elektrische belinstallatie, van brandalarmtoestellen, van alarmtoestellen tegen diefstal en van een huistelefoon;
  • van opbergkasten, gootstenen, gootsteenkasten en meubels met ingebouwde gootsteen, wastafels en meubels met ingebouwde wasbak, zuigkappen, ventilators en luchtverversers waarmee een keuken of badkamer is uitgerust ;
  • van luiken, rolluiken en rolgordijnen die aan de buitenkant van het gebouw worden geplaatst.

2. Iedere handeling die tot voorwerp heeft zowel de levering van wandbekleding of vloerbedekking als de plaatsing ervan in een gebouw, ongeacht of die bekleding of bedekking aan het gebouw wordt vastgehecht of eenvoudig ter plaatse op maat wordt gesneden volgens de afmetingen van de te bedekken oppervlakte.

3. Ieder werk dat bestaat in het aanhechten, het plaatsen, het herstellen, het onderhouden en het reinigen van goederen bedoeld in 1. of 2. hierboven.

De terbeschikkingstelling van personeel met het oog op het verrichten van werken in onroerende staat of van handelingen zoals hierboven omschrijven, wordt ook beoogd.

Nieuw sinds 1 april 2022: voor ondernemingen die onderworpen zijn aan de verplichting tot aangifte van werken in onroerende staat aan de RSZ, geldt de vrijstelling enkel als aan die verplichting is voldaan.

Subsidie

De vrijstelling van doorstorting bedraagt 18% vanaf 1 januari 2020 van de belastbare bezoldigingen (lonen, wedden, ploegenpremies, voordelen van alle aard) van de groep van werknemers die in aanmerking komt voor deze vrijstelling.

Aanvragen

De vrijstelling moet aangevraagd worden bij de FOD Financiën (zie ‘Meer info – contact’ hieronder.)

De werkgever moet het bewijs leveren dat de werknemers in hoofde van wie de vrijstelling gevraagd wordt, ploegenarbeid verricht hebben tijdens de periode waarop de aangifte betrekking heeft.

Meer info – contact

FOD Financiën

Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit
centrale diensten, directie I/5
North Galaxy – bus 25
Koning Albert II-laan 33
1030 Brussel

Tel.: 02/336.23.40
e-mail: [email protected]

Website: https://financien.belgium.be/nl/ondernemingen/personeel_en_loon/bedrijfsvoorheffing/vrijstellingen/werken_in_onroerende_staat